8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren het verband tussen eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is dat je het verband weet tussen eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren, omdat je zo weet wat hetzelfde betekent.
Laat de leerlingen negen getallen opschrijven tussen de één en de honderd en speel bingo met de klas. Het spel is afgelopen, zodra een leerling alle getallen op zijn kaart heeft weggestreept.
Vraag de leerlingen of zij weten uit hoeveel uur één dag bestaat en uit hoeveel dagen één week bestaat. Leg vervolgens uit dat één maand bestaat uit vier weken. In de meeste gevallen bestaat één maand uit 30 of 31 dagen. Geef aan dat alleen de maand februari bestaat meestal uit 28 dagen. Geef vervolgens aan dat één jaar bestaat uit 12 maanden, 52 weken en 365 dagen. Bespreek dat er een uitzondering is: het schrikkeljaar. Benadruk dat het schrikkeljaar elke vier jaar is en dat er een extra dag in het jaar zit, namelijk 29 februari. Een schrikkeljaar bestaat dus uit 366 dagen. Daarna geef je aan dat één eeuw bestaat uit 100 jaar. Oefen met de leerlingen deze verschillende tijden door de getallen naar de juiste plekken te slepen. Laat daarna een aantal stellingen zien op het digibord en vraag of dit waar of niet waar is. Indien het niet waar is, vraag dan wat het juiste antwoord moet zijn. Vervolgens bespreek je waar de kinderen het over hebben. Controleer of de leerlingen weten dat het over het schrikkeljaar gaat en of ze weten dat de jongen dus op 29 februari jarig is.
Om te controleren of de leerlingen het verband kennen tussen eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren, kun je de volgende vragen stellen:
- Uit hoeveel uren bestaat één dag?
- Uit hoeveel maanden bestaat één jaar? En uit hoeveel weken bestaat één jaar?
De leerlingen oefenen eerst met hoeveel dagen in één week zitten, waarbij ze antwoordmogelijkheden hebben. Vervolgens moeten ze zelf het aantal weken in één jaar en het aantal jaar in één eeuw invullen.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je het verband kent tussen eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren. Je controleert of de leerlingen deze verbanden kennen door aan het rad te draaien. De kleur van het rad bepaalt de tijd. Vervolgens moet de klas aangeven wat hierbij past. Stel dat de kleur groen wordt gedraaid, dan hoort dit bij 'maand'. Eén maand is hetzelfde als ongeveer 30 dagen en ongeveer 4 weken.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het verband tussen eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren, kun je hen eerst laten oefenen met behulp van een kalender. Bij de kalender kunnen ze tellen uit hoeveel dagen een week bestaat, uit hoeveel dagen en weken een maand bestaat en uit hoeveel maanden een jaar bestaat.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.