8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren wat oppervlakte is en wanneer je dit gebruikt.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om te weten wat oppervlakte is, zodat je weet wanneer je dit nodig hebt. Bijvoorbeeld als je gras in de tuin wilt leggen en je wilt weten hoeveel grasmatten je nodig hebt.
Op het digibord staan steeds twee afbeeldingen. De leerlingen bepalen wat in het echt het grootst is. Een voetbalveld is bijvoorbeeld groter dan een boek.
Je legt eerst uit dat de oppervlakte aangeeft hoeveel een gebied is. Vervolgens kun je de leerlingen zelf laten ervaren wat oppervlakte is door ze hun eigen tafel te laten bedekken met boeken of schriften. Je legt uit dat het stuk van de tafel dat ze hebben bedekt met boeken en schriften de oppervlakte van de tafel is. Vervolgens leg je uit dat het woord oppervlakte eigenlijk al zegt wat het betekent. De oppervlakte is hoeveel je op het vlak hebt. Let op dat de leerlingen oppervlakte en omtrek niet door elkaar halen. Je laat de leerlingen bij verschillende figuren bepalen welke kleur de oppervlakte heeft. Daarna leg je uit wanneer je oppervlakte gebruikt, namelijk wanneer je wilt weten hoeveel een bepaald vlak is. Bijvoorbeeld als je wilt weten hoeveel de oppervlakte is van de muur die je gaat verven. De leerlingen bepalen bij de stellingen over oppervlakte die daarop volgen of ze waar of niet waar zijn.
Om te controleren of de leerlingen weten wat oppervlakte is en wanneer je dit gebruikt, kun je de volgende vragen stellen:
- Welke kleur heeft de oppervlakte in dit figuur?
- Kun je een voorbeeld noemen van iets wat een oppervlakte is?
- Wat heeft de grootste oppervlakte: een voetbalveld of een klaslokaal?
Eerst oefenen de leerlingen met het bepalen van de kleur van de oppervlakte van een figuur. Vervolgens bepalen ze bij verschillende stellingen over oppervlakte of deze waar of niet waar zijn. Laat de leerlingen verwoorden waarom zij denken dat het waar of niet waar is.
Je herhaalt het doel en het belang van het doel. Vervolgens staan er op het digibord twee kinderen die een uitspraak doen over de oppervlakte van het figuur. De leerlingen bepalen wie van de kinderen gelijk heeft. Dit wordt daarna ook gedaan met twee leerlingen die een uitspraak doen over waar je oppervlakte voor gebruikt.
Wanneer leerlingen moeite hebben met dit doel, kun je benadrukken dat het woord 'oppervlakte' bestaat uit 'op' en 'vlakte'. Het betekent dus het gebied op het vlak.
Verschillende schriften of boeken van leerlingen.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.