8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren wat de maanden van het jaar zijn.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om de maanden van het jaar te kennen, zodat je weet in welke maand iemand jarig is.
Vraag aan de leerlingen in welke maand zij jarig zijn. Vraag vervolgens of ze ook weten in welke maanden hun ouders jarig zijn of hun broers en zussen.
Laat de verschillende maanden van het jaar zien en noem deze hardop. Geef aan dat er twaalf maanden in een jaar zitten. Na december begin je met een nieuw jaar bij januari. Bespreek klassikaal of de leerlingen weten wat er in een bepaalde maand gebeurt. Weten de leerlingen bijvoorbeeld wanneer het zomervakantie of het Sinterklaasfeest is? Misschien weten de leerlingen nog wel andere feestdagen of vakanties en kunnen zij benoemen in welke maand dit is. Vervolgens leg je uit dat je één maand verder in de rij telt om te weten welke maand er direct na komt. Wanneer je bij december bent, begin je opnieuw met tellen bij de eerste maand van het jaar: januari. Oefen klassikaal met de maanden die direct op elkaar volgen. Deel kaartjes uit met een maand erop. Iedere leerling krijgt één kaartje. Laat een kaartje zien met de startmaand, bijvoorbeeld april. Vervolgens moeten de leerlingen met de maand die direct volgt op april naar voren lopen om hun kaartje in te leveren. Dit gaat door totdat alle maanden geweest zijn. Vervolgens laat je een aantal maanden zien en vraag je de leerlingen welke twee maanden direct na deze maanden komen. Sleep de maanden naar de juiste vakken. Leg daarna uit dat je één maand terug moet tellen in de rij om te weten welke maand er direct voor zit. Als je bij januari bent, tel je terug vanaf het einde van het jaar: december. De leerlingen oefenen in groepjes met de maand direct ervoor. Om de beurt noemt een leerling in welke maand hij of zij jarig is. De anderen in het groepje zeggen zo snel mogelijk welke maand ervoor komt. Tot slot oefenen de leerlingen met het in de juiste volgorde zetten van de maanden. Sleep de maanden naar het juiste vak.
Om te controleren of de leerlingen de maanden in het jaar kennen, kun je de volgende vragen stellen:
- Waarom is het handig om de maanden van het jaar te kennen?
- Welke maanden van het jaar ken je?
- Welke maand is het nu? Welke maand komt er direct voor en er direct na?
De leerlingen oefenen eerst welke maand er direct na komt. Vervolgens zetten de leerlingen de maanden in de juiste volgorde en tot slot geven ze aan welke maanden horen bij de gevraagde periode.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om de maanden van het jaar te kennen. Controleer of de leerlingen de maanden kennen. Dit doe je door korte verhaaltjes te tonen. De leerlingen moeten aangeven welke maanden de speeltuin dicht is en welke maanden het skiverblijf volgeboekt zit. Omcirkel de juiste maanden.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het kennen van de maanden, kun je de volgorde van de maanden herhalen. Laat eventueel een liedje horen en laat de leerling hiermee oefenen om de volgorde van de maanden te onthouden. Laat aan de hand van de rij met maanden en pijlen zien welke maand direct voor of direct na een andere maand komt.
Kaartjes met een maand erop.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.