8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren wat de dagen van de week zijn.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om de dagen van de week te kennen, zodat je weet op welke dag je naar de sportclub moet.
Vraag aan de leerlingen welke dagen van de week zij kunnen opnoemen. Vraag vervolgens of de leerlingen weten op welke dagen ze naar school gaan en op welke dag ze naar de sportclub of muziekles gaan. Misschien kunnen leerlingen nog wel meer activiteiten aangeven die zij op een bepaalde dag doen.
Laat de verschillende dagen van de week zien en noem deze hardop. Geef aan dat er zeven dagen in een week zitten. Na zondag begin je met een nieuwe week weer bij maandag. Geef aan dat je de week kunt opdelen in twee delen: de doordeweekse dagen en het weekend. De doordeweekse dagen zijn van maandag tot en met vrijdag. Dan ga je naar school. Geef aan dat het weekend zaterdag en zondag is. Dan ben je vrij. Om met de volgorde van de dagen te oefenen, noem je een dag en gooi je de bal naar een leerling. De leerling noemt de dag die er direct op volgt en gooit de bal terug. Herhaal dit een aantal keer. Vervolgens leg je uit wat het begrip 'morgen' betekent. Geef aan dat je één dag verder telt in de rij om te weten welke dag het morgen is. Wanneer je bij zondag bent, begin je opnieuw met tellen bij de eerste dag van de week: maandag. Bij het begrip 'overmorgen' geef je aan dat je twee dagen verder telt. Oefen klassikaal met de begrippen 'morgen' en overmorgen'. Leg vervolgens uit dat ook de begrippen 'gisteren' en 'eergisteren' bestaan. Bij gisteren tel je één dag terug in de rij en bij eergisteren twee dagen. Wanneer je bij maandag bent, tel je terug vanaf het einde van de week: zondag. Laat een aantal stellingen zien en bespreek met de klas of de jongen gelijk heeft of niet. Laat de leerlingen uitleggen waarom een uitspraak niet klopt. Tot slot oefenen de leerlingen met het in de juiste volgorde zetten van de dagen. Sleep de dagen naar het juiste vak.
Om te controleren of de leerlingen de dagen in de week kennen, kun je de volgende vragen stellen:
- Waarom is het handig om de dagen van de week te kennen?
- Welke dagen van de week ken je?
- Wanneer is het weekend?
- Wat betekenen de begrippen 'overmorgen' en 'eergisteren'?
De leerlingen oefenen eerst met een stelling over dagen die elkaar direct opvolgen. Vervolgens zetten de leerlingen de dagen in de juiste volgorde en tot slot geven ze aan welke dagen in het weekend vallen.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om de dagen van de week te kennen. Controleer of de leerlingen de dagen kennen. Dit doe je door aan het rad te draaien. Vul deze dag in op de rode stippellijn. Vraag of de leerlingen de juiste dag kunnen invullen op de zwarte stippellijn.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het kennen van de dagen, kun je de volgorde van de dagen herhalen. Laat eventueel een liedje horen en laat de leerling hiermee oefenen om de volgorde van de dagen te onthouden. Laat aan de hand van de rij met dagen en pijlen zien wat de begrippen 'morgen', 'overmorgen', 'gisteren' en 'eergisteren' betekenen.
Een bal.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.