Herkennen van getallen op de kralenketting t/m 20

Algemeen

Leerlingen leren wat een kralenketting is en kunnen de getallen van 1 t/m 20 op de kralenketting herkennen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om de getallen op een kralenketting te herkennen, omdat ze hierdoor sneller kunnen rekenen. Ze hoeven niet steeds alle kralen te tellen om te weten welk getal er gevraagd wordt.

Introductie

Je laat het voetbalveld op het digibord zien en geeft aan dat de opstelling nog niet compleet is. De shirtjes met getallen t/m 10 moeten voorin komen te staan en de shirtjes met getallen van 11 t/m 20 moeten op het middenveld komen te staan. Sleep de getallen naar de juiste plek. Vervolgens laat je de kralenketting op het digibord zien en vraagt welk getal bij het vraagteken hoort.

Instructie

Je legt uit hoe een kralenketting eruitziet. Je laat zien dat er twintig kralen aanzitten, in groepjes van vijf rode en vijf witte kralen. Aan de hand van een kralenketting laat je zien hoe je komt te weten welk getal bij het vraagteken hoort. Je geeft aan dat het vraagteken verder staat dan de vijf rode en vijf witte kralen, dat zijn al 10 kralen. Vervolgens laat je zien dat er drie rode kralen voor het vraagteken staan. Je telt dus nog 3 kralen bij de 10 kralen op, samen 13 kralen. Daarna vraag je aan de leerlingen of zij weten welke getallen bij de vraagtekens horen. Ze kunnen kiezen uit een aantal getallen. Maar ze moeten daarna ook opschrijven welk getal bij het vraagteken hoort zonder dat er getallen in beeld staan.

Controleer of de leerlingen getallen t/m 20 kunnen herkennen op de kralenketting met de volgende vragen:
- Hoe ziet een kralenketting eruit?
- Hoe weet je welk getal er bij een vraagteken op de kralenketting hoort?
- Zitten er evenveel rode als witte kralen aan de kralenketting?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst opgaven waarbij er vier antwoordmogelijkheden zijn. Daarna oefenen ze met opgaven waarbij ze zelf moeten opschrijven welk getal er gevraagd wordt.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen weten dat een kralenketting bestaat uit meerdere groepjes van vijf rode en vijf witte kralen. Benadruk dat het handig is om getallen op een kralenketting te herkennen, zodat je sneller kunt rekenen. Tot slot wordt er geoefend met de kralenketting door stellingen te bedenken. Je geeft op de kralenketting een hoeveelheid aan en zegt hoeveel kralen het zijn. Dit antwoord kan waar of niet waar zijn. De leerlingen moeten aangeven of het getal dat jij zegt klopt bij de hoeveelheid die je laat zien. Herhaal deze opdracht een aantal keer.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het herkennen van getallen op de kralenketting, kennen waarschijnlijk de telrij t/m 20 nog niet zo goed. Laat deze leerlingen oefenen met een kralenketting en tel de kralen één voor één.

Instructiemateriaal

Kralenketting.