Herkennen van draaisymmetrie

Algemeen

Leerlingen leren draaisymmetrie te herkennen in vormen en figuren.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is als je draaisymmetrie kunt herkennen. Je weet dan dat het figuur hetzelfde blijft als je het draait.

Introductie

Laat de afbeeldingen op het digibord zien. Als de leerlingen denken dat het figuur symmetrisch is, gaan ze staan. Denken ze dat het niet symmetrisch is, dan gaan ze zitten.

Instructie

Leg uit dat een figuur draaisymmetrisch is als het figuur hetzelfde blijft wanneer je het zou draaien. Laat dit zien met de afbeelding op het digibord. Klik erop en gebruik het icoon dat linksonder bij de afbeelding in beeld komt. Houd dit ingedrukt en draai de afbeelding een halve slag. Doe dit nog een keer, maar draai het figuur nu een kwartslag. Geef aan dat de afbeeldingen er nog precies hetzelfde uitzien. Bespreek bij een aantal afbeeldingen of er wel of geen sprake is van draaisymmetrie na een halve slag. Laat eventueel zien wat er gebeurt als je de afbeelding een halve slag draait door erop te klikken en de knop linksonder te gebruiken. Doe ditzelfde voor de afbeeldingen die je een kwartslag moet draaien. Vervolgens laat je een aantal figuren zien en moeten de leerlingen aangeven of de figuren hetzelfde blijven na een halve slag draaien of niet. Sleep de figuren naar het juiste vak. Tot slot geven de leerlingen aan welke figuren hetzelfde blijven na een kwartslag draaien. Omcirkel deze figuren. Vraag hoe de leerlingen weten of een figuur hetzelfde blijft of niet.

Controleer of de leerlingen draaisymmetrie kunnen herkennen met de volgende vraag:
- Wanneer is een figuur draaisymmetrisch?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het herkennen van een draaisymmetrisch figuur wanneer dit figuur een halve slag gedraaid moet worden. Daarna oefenen ze met afbeeldingen die een kwartslag gedraaid moeten worden. Tot slot moeten ze aangeven welk figuur niet draaisymmetrisch is.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je kunt herkennen welke figuren draaisymmetrisch zijn. Laat de leerlingen aangeven welke figuren hetzelfde blijven wanneer je ze een halve slag of een kwartslag draait. Sleep deze figuren naar het juiste vak. Twee figuren zijn niet draaisymmetrisch.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het herkennen van draaisymmetrie, kun je hen eerst laten oefenen met symmetrische en asymmetrische figuren. Vervolgens kunnen ze oefenen met draaisymmetrie. Laat hen een afbeelding zien en geef hen een kopie van de afbeelding. Vervolgens draaien ze dit figuur zelf een halve slag en een kwartslag en vergelijken ze hun eigen figuur met het voorbeeld.