8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te bepalen hoeveel procent van het hele stokbrood nog over is.
Welke stappen zet je om het percentage bij de breuk te bepalen?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat de lijn- en staafgrafieken een overzicht geven van de speelgoedvoorkeuren van de kinderen op de school.
Herhaal de betekenis van grote getallen. Je ziet of het antwoord klopt door erop te klikken. De leerlingen gaan staan als zij denken dat de stelling klopt en zitten als de stelling niet klopt.
Leg uit wat een meervoudige staafgrafiek is. Bespreek de elementen in een staafgrafiek met behulp van het voorbeeld. Verwijs naar de legenda. Leg vervolgens uit wat een meervoudige lijngrafiek is. Je ziet in het voorbeeld een rode en een groene lijn.
Wat zijn de verschillen tussen een staaf- en een lijngrafiek?
Wat zijn de overeenkomsten tussen de grafieken?
Leg vervolgens uit hoe je een meervoudige grafiek afleest. Volg en benoem de blauwe en oranje lijnen in de grafieken. Door de oranje lijnen in de staafgrafiek te volgen zie je hoeveel kinderen van groep 5 en 6 op voetbal zitten. Door de blauwe lijnen in de lijngrafiek te volgen zie je hoeveel kinderen met en zonder sproeten in juni zonnebrand smeren. Oefen daarna met het aflezen en rekenen met de grafieken.
Welke stappen zet je om het verschil tussen de 2 groepen (bijvoorbeeld de groene en rode lijn) te bepalen?
Hoe vaak zijn er evenveel tenten als caravans? Hoe zie je dat?
Maak daarna een staafgrafiek en lijngrafiek op het bord.
Controleer of de leerlingen het aflezen en vergelijken van meervoudige lijngrafieken begrijpen door de stelling over binnen- en buitenspelen te bespreken.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit wat een staaf- en lijngrafiek is, benoem daarbij wat de assen, de verschillende lijnen en staven betekenen. Bespreek wat de voorbeelden weergeven. Oefen hier vervolgens mee.
Hoeveel staven komen er in totaal in de staafgrafiek? Hoe weet je dat?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door de leerlingen de stappen te laten verwoorden om te bepalen hoeveel procent jongens en meisjes er in 2011 op de school zaten. Laat de leerlingen vervolgens een staaf- of lijngrafiek maken. Leerlingen mogen zelf kiezen wat ze in de grafiek zetten. Zij mogen de voorbeelden gebruiken.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.