8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het maken van een bouwwerk met een bouwtekening met hoogtegetallen. Laat de leerlingen de 2 bouwtekeningen met blokjes namaken.
Wat betekenen de getallen in de bouwtekening?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door aanzichten te herkennen erachter kunt komen vanaf welke plek op de kaart de foto is gemaakt.
Je herhaalt dat je voorwerpen kunt bekijken vanuit een vooraanzicht, zijaanzicht, achteraanzicht of bovenaanzicht. Soms sta je niet echt op de plek dan moet je het aanzicht bepalen door je in te beelden alsof je op die plek staat. Grote voorwerpen kunnen het zicht belemmeren, waardoor je een voorwerp dat achter het grote voorwerp ligt niet kunt zien. Als je je kunt inbeelden waar een foto is gemaakt dan kun je de plek op de kaart vinden. Om te kunnen bepalen waar de foto op de kaart is gemaakt, moet je letten op de kenmerken die je op de foto ziet. Bekijk welke voorwerpen vooraan en achteraan staan. Daarna kijk je op de kaart waar je kenmerken van de foto ziet. De pijl bij de camera’s geven aan welke kant je opkijkt.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het herkennen van aanzichten bij voorwerpen en bij bouwwerken. Laat de leerlingen ook vertellen wat voor aanzicht het is.
Waar kijk je naar bij het koppelen van het aanzicht aan een plek bij het bouwwerk?
Wat zou je zien als je het bouwwerk van onderen bekijkt?
Oefen daarna met het bepalen waar de foto is gemaakt en het tekenen van verschillende aanzichten bij bouwwerken. Bepaal samen met de klas wat het vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht is.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een aanzicht van een bouwwerk kunt tekenen door te vragen wat er fout gaat.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal dat je voorwerpen van verschillende kanten en posities kunt bekijken. Door voorwerpen van verschillende kanten te bekijken weet je hoe een voorwerp eruitziet. Het aanzicht is afhankelijk van waar je staat. Het is de kant waar je vanuit kijkt. De aanzichten kun je onthouden door een ezelsbruggetje: voorkant/vooraanzicht, zijkant/zijaanzicht, achterkant/achteraanzicht, bovenkant/bovenaanzicht.
Laat de leerlingen daarna oefenen met het herkennen van aanzichten bij een bouwwerk. Laat de leerlingen het bouwwerk ook namaken om alle kanten te kunnen bekijken.
Wat is het verschil tussen de aanzichten van plek A en B?
Oefen vervolgens met het aanwijzen waar de wegwijzers op de kaart horen.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om de plek van de foto op de kaart te vinden. Daarna volgen de leerlingen een route. Aan de hand van de foto’s moeten de leerlingen de route op de kaart bepalen en bedenken waar ze nog niet is geweest.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.