8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen te vragen hoeveel vingers er zijn opgestoken. Controleer of de leerlingen de hoeveelheid vingers in één keer overzien of nog los tellen.
Hoeveel vingers zijn er opgestoken als je twee volle handen opsteekt?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je hoeveelheden kunt tellen en vergelijken, je kunt bepalen of je meer, minder of evenveel snoepjes hebt.
Herhaal de uitleg over het tellen van een ongestructureerde hoeveelheid tot en met 20. Tel de snoepjes, waarbij je de snoepjes één voor één wegstreept, zodat je geen snoepjes dubbel telt.
Leg uit dat, als je voorwerpen tot en met 20 kunt tellen, je ook kunt bepalen of het meer of minder is. Tel de snoepjes aan de linkerkant. Vervolgens tel je de snoepjes aan de rechterkant. Het getal 4 ligt eerder op de telrij dan het getal 18. 4 is dus minder dan 18.
Wat is 1 meer dan 4? Hoe weet je dat?
Hoeveel meer snoepjes liggen er rechts in vergelijking met links? Hoe weet je dat?
Oefen met het bepalen van meer of minder. Tel de snoepjes en bepaal welk getal er eerst op de telrij komt. Klik op de snoepjes om te controleren.
Leg uit wat ‘te veel’ betekent aan de hand van de groene snoepjes. Vertel dat ieder kind een snoepje krijgt. Volg de lijnen. Er blijft 1 snoepje over, er is 1 snoepje meer dan dat er kinderen zijn. Er zijn dus te veel snoepjes. Dit betekent ook dat er genoeg snoepjes zijn, want ieder kind heeft 1 snoepje.
Leg vervolgens uit wat ‘te weinig’ betekent aan de hand van de roze snoepjes. Dit keer is er geen snoepje over, maar een kind over. Er zijn minder snoepjes dan kinderen en er zijn dus te weinig snoepjes voor alle kinderen. Er zijn niet genoeg snoepjes, want niet ieder kind heeft er één. Oefen met het bepalen of er genoeg snoepjes zijn voor alle kinderen door lijnen te trekken tussen de kinderen en de snoepjes. Bepaal of er te veel of te weinig zijn en vervolgens of er genoeg snoepjes zijn.
Waarom worden er lijnen tussen de kinderen en de snoepjes getrokken?
Hoe kun je, zonder lijnen te trekken, weten of je genoeg snoepjes hebt?
Controleer of de leerlingen begrijpen wat meer, minder en genoeg is door te vragen hoe ze daar achter kunnen komen. Laat leerlingen op hurken zitten als het niet genoeg is, laat leerlingen zich uitstrekken als het wel genoeg is.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit wat meer en minder betekent. 6 komt eerder op de telrij dan 10. Oefen vervolgens met het bepalen van meer en minder. Daarna herhaal je de uitleg over te weinig en te veel. Als je lijnen trekt tussen de snoepjes en de kinderen, blijft er 1 kind over. Er zijn dus te weinig snoepjes. Laat dit ook zien met blokjes. Pak evenveel blokjes als paarse snoepjes (6) en wijs 7 kinderen aan. Deel de blokjes uit aan de 7 kinderen. Er is 1 blokje te weinig. Er is niet genoeg. Doe hetzelfde met de blauwe snoepjes. Pak 8 blokjes en verdeel dit over de 7 kinderen. Er is 1 blokje te veel en dus genoeg. Oefen met de leerlingen door lijnen te trekken. Zijn er genoeg?
Wat betekent het als er 1 kind over is? Heb je dan genoeg snoepjes?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door ze uit te laten leggen wanneer je ‘genoeg’ hebt van iets en wat het betekent als je ‘te weinig’ hebt. Vervolgens speel je stoelendans. Zorg voor muziek en maak een kring van stoelen. Tel samen met de leerlingen het aantal stoelen. Bij stoelendans is het de bedoeling dat er minder stoelen staan dan het aantal leerlingen dat om de stoelen heen danst. Bespreek met de leerlingen dat er dus te weinig stoelen zijn, er is niet genoeg. Speel de stoelendans en tel per ronde de stoelen en het aantal leerlingen.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.