-
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren de getallen t/m 100 globaal op de lege getallenlijn te plaatsen, waarop alleen de getallen 0 en 100 zichtbaar zijn.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om getallen ongeveer op de juiste plek op de getallenlijn te plaatsen. Als je namelijk weet op welke plaats een getal ongeveer hoort op de getallenlijn, helpt dit je om bij getallen te bepalen welke lager of hoger is, doordat je weet waar een getal dichtbij ligt.
Vraag de leerlingen van waar tot waar deze getallenlijn (0 - 100) loopt. Laat de leerlingen de tienvouden op de getallenlijn plaatsen.
Je laat een getallenlijn met streepjes zien en een getallenlijn zonder streepjes en vraagt aan de leerlingen het verschil. Bespreek dat je bij de ene precies kan zien waar getallen horen en bij de andere niet. Bespreek hierbij dat het begrip "ongeveer" betekent dat je het niet precies weet. Geef aan dat niet alle getallenlijnen beginnen bij 0. De leerlingen moeten goed kijken wat de begin- en eindwaarde is. Geef daarna aan dat als je getallen gaat plaatsen op een lege getallenlijn, je eerst naar het midden zoekt. Het getal dat tussen 0 en 100 ligt is 50, dus dat is het midden. Plaats dan samen een getal op de getallenlijn door eerst het midden te zoeken en daarna te bedenken of het getal voor of na het midden komt. Vervolgens bedenk je tussen welke tienvouden het getal ligt en plaats je het getal. Het eerste getal dat je samen plaatst ligt onder de 25. Het tweede getal is 85. Hiervoor leg je een tweede manier uit om een getal ongeveer op de getallenlijn te plaatsen. Eerst zoek je samen naar het midden (50), daarna kijk je naar het midden tussen 0 en 50 (25) en het midden tussen 50 en 100 (75). 85 ligt tussen de 75 en de 100 en hiermee plaats je het getal dichter bij 75 dan bij de 100 ongeveer op de getallenlijn. Hierna plaatsen leerlingen globaal getallen tussen de 0 en 100 door een aangegeven plek op de getallenlijn. Bespreek stap voor stap hoe leerlingen tot hun beredenering komen. Bij het eerste getal is duidelijk dat het getal net onder het midden ligt. Het tweede getal laat zien dat het hoger dan 50 ligt en tussen de 75 en 100. Daarnaast wordt aan de leerlingen gevraagd welk getal er ongeveer bij het aangegeven streepje zou horen. Het getal ligt onder het midden en tussen de 0 en de 25, en dichterbij de 25. Controleer het antwoord en kijk of het getal tussen de aangegeven marge staat.
Om te controleren of de leerlingen de getallen tot en met 100 ongeveer op de lege getallenlijn kunnen plaatsen, kun je de volgende vragen stellen:
- Welke uitleg kan je helpen om een getal op de getallenlijn te plaatsen waar deze ongeveer hoort?
- Als je een getallenlijn met getalkaartjes van 0 tot en met 100 hebt. Welk getal is dan handig om als eerste te plaatsen op de lege getallenlijn?
- Hoe plaats je een getal ongeveer op de getallenlijn? (uitgangspunt van tienvouden of het midden van het midden).
De leerlingen oefenen eerst met het plaatsen van een getal op een lege getallenlijn, waarbij het midden aangegeven is en het uit meerkeuze antwoorden bestaat. Vraag ook hoe zij tot hun keus zijn gekomen en benoem de stappen. Vat de stappen samen door aan te geven dat het getal tussen de 0 en 50 ligt en tussen de 0 en de 10, dus antwoord 5. Daarna wordt gevraagd om een getal ongeveer op de getallenlijn in te vullen. Laat de leerlingen dit opschrijven. Verwoord de denkstappen. Vervolgens gaan zij op zoek naar het aangegeven getal. Vertel hierbij de denkstappen dat het getal tussen de 50 en de 100 ligt en tussen de 75 en de 100.
Bespreek nogmaals dat je getallen tot en met 100 op een lege getallenlijn kunt plaatsen waar deze ongeveer horen, zodat je makkelijker kunt bepalen welk getal hoger of lager is. Controleer of de leerlingen weten dat je een getal op de getallenlijn plaatst door eerst het midden (50) op te zoeken en dan te kijken of het getal eronder of erboven ligt. Laat de leerlingen bepalen tussen welke tienvouden het getal ligt en of het getal tussen de 0 en 25, 25 en 50, 50 en 75 of 75 en 100 ligt. Daarna zoek je de positie. Laat de leerlingen op de getallenlijn beredeneren waar de getallen 45 en 65 ongeveer geplaatst zouden worden.
Laat leerlingen die het moeilijk vinden gebruik maken van een getallenlijn met de getallen 0 tot en met 100. Maak deze eventueel met ze samen, zodat ze zien hoe deze is opgebouwd. Vul samen met hen de denkstappen in (tienvouden en midden van het midden). Gebruik eventueel getalkaartjes om de tienvouden of eenheden daarbinnen te oefenen.
Getalkaartjes 0 t/m 100.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.