Aftrekken t/m 10.000 met drie of meer getallen

Algemeen

De leerlingen kunnen aftrekken tot en met 10.000 met drie of meer getallen.

Belang

Het is belangrijk dat leerlingen meerdere getallen van een getal tot en met 10.000 af kunnen trekken. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin je meubels gaat kopen.

Introductie

Je oefent eerst samen met de getallen tot en met 10.000 door de MAB-materialen te verslepen. Vervolgens maak je een minsom door er steeds een aantal blokjes af te halen, dit doe je door de blokjes naar de doos te verslepen.

Instructie

Eerst bespreek je het belang van het kunnen aftrekken tot en met 10.000 met drie getallen. In dit geval is een voorbeeld uitgewerkt van het kopen van meubels. Maar er zijn natuurlijk ook andere situatie waarin je een minsom met meerdere getallen doet met deze grote getallen. Denk bijvoorbeeld aan aantallen kilometers of grote hoeveelheden in een winkel. In de opgaven zitten geen visuele sommen maar voor de uitleg wordt hier kort met behulp van MAB-materiaal dit type sommen uitgelegd. Om dit concreet te maken kun je eventueel echt MAB-materiaal erbij pakken. Vervolgens worden er 3 verschillende manieren besproken om dit type sommen uit te rekenen. Door de getallen 1 voor 1 van het eerste getal af te halen, door eerst het grootste getal eraf te halen en door het tweede en derde getal bij elkaar op te tellen en dit in 1 keer van het eerste getal af te halen. Ook de tabelsom die in de verwerkingsopgaven voorkomt wordt behandeld. Vervolgens komen er 3 verhaalsommen om nog een keer het stappenplan te oefenen bij dit type opgaven.

Controleer of de leerlingen minsommen kunnen maken tot en met 10 000 waarbij ze meerdere getallen moeten aftrekken door hen de volgende vragen te stellen:
- Waarom is het handig om meerdere getallen van elkaar af te kunnen trekken?
- Waarom is het soms handig om getallen te verwisselen?

Inoefening

Je oefent eerst samen met de leerlingen een som met visuele ondersteuning: een invultabel, daarna doe je samen nog een abstracte som en vervolgens maak je met de leerlingen een verhaalsom.

Afsluiting

Je maakt groepjes van drie of vier en laat de leerlingen minsommen bedenken met meerdere getallen tot en met 10.000. Nummer 1 noemt bijvoorbeeld het begingetal, nummer 2 het eerste getal dat eraf gaat, nummer 3 het derde en zo verder. Samen lossen de leerlingen de som op.

Aandachtspunten

Je kunt de leerlingen de sommen met blokjes laten uitrekenen en samen met hen een aantal sommen maken. Je zou de getallen voor de leerlingen ook onder elkaar kunnen zetten om de minsommen cijferend uit te rekenen. Of je zou de leerlingen de meerdere getallen die eraf gaan eerst bij elkaar kunnen laten optellen om vervolgens de gehele minsom in een keer te maken.