Aftrekken met kommabedragen t/m 20 euro

Algemeen

Leerlingen leren aftrekken tot en met 20 euro met kommabedragen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is als je kunt aftrekken met kommabedragen, omdat je zo weet hoeveel geld je nog over hebt. Als je eerst 7 euro en 95 cent hebt en je koopt een paraplu van 5 euro en 20 cent, dan weet je dat je nog 2 euro en 75 cent over hebt.

Introductie

Laat op het digibord de afbeeldingen en het wisselgeld zien. De leerlingen moeten aangeven hoe duur het product is, door het geld te tellen. Daarna staat er aangegeven hoeveel geld je hebt en hoe duur de goudvis is. Vraag de leerlingen hoeveel wisselgeld je krijgt als je de vis koopt. Sleep het wisselgeld naar de portemonnee.

Instructie

Laat een geldbedrag op het digibord zien. Geef aan dat je eerst 8 euro en 35 cent hebt en dat je er 2 euro en 15 cent afhaalt. Trek eerst de euro's eraf en dan de centen. Vervolgens tel je hoeveel euro je nog overhoudt. Dit is 6 euro en 20 cent. Daarna oefenen de leerlingen met het tellen van geldbedragen nadat een bepaald bedrag eraf is gehaald. Laat ook een som en een geldbedrag zien, waarbij niet staat getekend hoeveel euro eraf gaat. Vervolgens leg je uit dat het eerste getal aangeeft hoeveel euro je hebt. Het tweede getal geeft aan hoeveel euro eraf gaat. Haal eerst de euro's van het bedrag af en dan de centen. Zo weet je hoeveel euro je overhoudt. Laat de leerlingen oefenen met deze sommen. Laat hen de getallen opschrijven en omhoog houden, zodat je kunt controleren of het goed is. De leerlingen kunnen hierbij eventueel een geldbakje gebruiken. Ze leggen het juiste geldbedrag op tafel en halen een deel weg. Vervolgens tellen ze wat er over blijft. Daarna leg je uit hoe je een som in verhaalvorm kunt oplossen. Eerst laat je de leerlingen de getallen uit het verhaal halen. Daarna schrijf je de som op en reken je deze som uit. Laat de leerlingen oefenen met een aantal sommen in verhaalvorm.

Controleer of de leerlingen kunnen aftrekken tot en met 20 euro met kommabedragen met de volgende vragen:
- Hoe haal je twee getallen van elkaar af?
- Wat doe je als je de uitkomst wilt weten van de volgende som: € 19,75 - € 8,40 = ... ?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het aftrekken tot en met 20, waarbij ze het juiste bedrag naar het vak moeten slepen. Vervolgens moeten ze uitrekenen wat de uitkomst is als je een getal van een getal tot en met 20 haalt. Daarna rekenen ze een som in verhaalvorm uit.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om te kunnen aftrekken tot en met 20 euro met kommabedragen, omdat je zo weet hoeveel euro je nog over hebt. Vervolgens laat je op het digibord een paar sommen zien. Er staat gegeven hoe duur een product is en hoeveel euro korting je krijgt. De leerlingen moeten uitrekenen wat de nieuwe prijs is. Daarna kiezen de leerlingen een portemonnee. Dit is het bedrag dat ze hebben. Vervolgens kiezen ze een product dat ze willen kopen. Ze rekenen uit hoeveel euro ze nog overhouden als ze dit product kopen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het aftrekken van geldbedragen tot en met 20 euro met kommabedragen, kunnen gebruikmaken van een geldbakje. Laat hen eerst een geldbedrag neerleggen tot en met 20 euro met hele bedragen. Haal een aantal briefjes of muntgeld weg en vraag hoeveel geld er nog ligt. Vervolgens kunnen ze oefenen met kommabedragen. Benadruk dat het handig is om eerst de euro's eraf te halen en dan de centen.

Instructiemateriaal

Een geldbakje met muntstukken van 5, 10, 20 en 50 cent, 1 en 2 euro en briefgeld van 5, 10 en 20 euro.