8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren hoe ze breuken kunnen aflezen van een breukenstrook en breukencirkel.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is om breuken te kunnen aflezen van een breukenstrook en cirkel, zodat je weet welke breuk het is.
Laat een aantal afbeeldingen zien. De leerlingen moeten aangeven welke breuk bij de afbeelding hoort. Sleep de uitgeschreven breuk of het geluidsfragment naar de juiste afbeelding.
Geef aan dat een breuk bestaat uit een teller en noemer. Daarna leg je aan de hand van een strook uit hoe je de breuk kunt aflezen. Tel eerst in hoeveel gelijke delen de strook is verdeeld. Tel vervolgens het aantal gekleurde delen. Als je deze getallen weet, kun je de breuk opschrijven. Laat daarna een aantal stroken zien. De leerlingen moeten aangeven welke breuk bij deze strook hoort. Sleep de breuk naar de juiste strook. Vervolgens zijn er alleen stroken te zien en moeten de leerlingen zelf bedenken welke breuk hierbij hoort. Daarna leg je aan de hand van een cirkeldiagram uit hoe je de breuk kunt aflezen. Tel eerst in hoeveel gelijke delen de cirkeldiagram is verdeeld. Tel vervolgens het aantal gekleurde delen. Als je deze getallen weet, kun je de breuk opschrijven. Laat daarna een aantal cirkeldiagrammen zien waar een uitspraak bij staat. De leerlingen moeten aangeven of de uitspraak waar of niet waar is. Indien een uitspraak fout is, laat dan een voorbeeld zien hoe het wel zou moeten. Vervolgens laat je cirkeldiagrammen zien en moeten de leerlingen aangeven welke breuk erbij hoort.
Om te controleren of leerlingen breuken kunnen aflezen van stroken en cirkels, kun je de volgende vragen stellen:
- Welk onderdeel van de breuk geeft aan hoeveel delen in de strook/ de cirkel zijn gekleurd: de teller of de noemer?
- Welk onderdeel van de breuk geeft aan in hoeveel gelijke delen de strook/de cirkel is verdeeld: de teller of de noemer?
De leerlingen oefenen eerst met het aflezen van een breuk, waarbij ze moeten aangeven of er meer of minder dan het genoemde deel gekleurd is. Daarna moeten ze aangeven welke breuk bij de strook hoort. Tot slot is er een cirkeldiagram gekleurd met meerdere kleuren. In de legenda staat wat de kleuren betekenen. De leerlingen moeten de juiste breuken aflezen die horen bij het gevraagde onderdeel.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is om breuken te kunnen aflezen van stroken en cirkels, zodat je weet welke breuk het is. Controleer of de leerlingen weten hoe je een breuk kunt aflezen. Vervolgens speel je breukenbingo. De leerlingen tekenen breukenstroken of cirkels van 1//2 tot en met 10//10. Ze bepalen zelf de indeling van deze stroken en/of cirkels. Vervolgens noem je breuken. Als een leerling de genoemde breuk heeft getekend, dan mag hij dit doorstrepen. Als iemand alle breukenstroken heeft doorgestreept, heeft hij gewonnen. Er is ook nog een raadsel dat de leerlingen kunnen oplossen. Elke breuk staat voor een letter. Aan de linkerkant staan breuken uitgeschreven. De leerlingen moeten zoeken welke letters bij de breuken horen. Als ze de juiste letters bij de breuken hebben gezet, kunnen ze de volgende zin lezen: je kunt breuken aflezen
Leerlingen die moeite hebben met het aflezen van breuken, kunnen eerst oefenen met het verdelen van een strook of breukencirkel in gelijke delen. Vervolgens kunnen ze een aantal delen van de strook of cirkel kleuren. De volgende stap is het aflezen van de breuk die ze getekend hebben. Benadruk dat het bovenste getal van de breuk aangeeft hoeveel delen er gekleurd zijn. Het onderste getal geeft aan uit hoeveel delen de strook of cirkel bestaat.
Papier voor de bingo.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.