8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren het structureren van getallen tot en met 50.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om te weten hoe de getallen tot en met 50 in elkaar zitten, zodat je hier goed mee kan leren rekenen.
Op het digibord staan vragen en een som. De leerlingen moeten aangeven welk antwoord juist is. Als ze denken dat het ene antwoord klopt, gaan ze zitten. Denken ze dat het andere antwoord juist is, dan gaan ze staan.
Je laat MAB-materiaal op het digibord zien of maakt gebruik van eigen MAB-materiaal. Aan de hand van de blokjes leg je uit dat het tienvoud 10 bestaat uit 1 tiental en dat de eenheden de getallen van 1 tot en met 9 zijn. Laat de leerlingen zelf oefenen met MAB-materiaal door het juiste aantal blokjes neer te leggen. Je kunt ook het MAB-materiaal op het digibord gebruiken en laat leerlingen de blokjes verslepen totdat ze het juiste aantal hebben. Vervolgens leg je aan de hand van de postzegels en het geld uit wat het tiental is, hoeveel eenheden je hebt en welk getal dit samen is. Daarna vul je klassikaal de ontbrekende getallen bij de eieren in en oefenen de leerlingen met het benoemen van de tientallen en eenheden zonder ondersteunende afbeeldingen. Daarna leg je uit dat 38 bestaat uit 3 tientallen en 8 eenheden en geef je aan hoe je van 0 naar 38 springt. Wijs dit aan op de getallenlijn naast het TE-schema. Daarna laat je zien dat je ook naar 38 kunt springen op een handige manier door in plaats van sprongen van 1 een sprong van 5 te maken. Oefen klassikaal met de sprongen op de getallenlijn en laat de leerlingen zelf naar het gevraagde getal springen.
Controleer of de leerlingen weten hoe de getallen tot en met 50 zijn opgebouwd met de volgende vraag:
- Hoe weet je uit hoeveel tientallen en hoeveel eenheden een getal bestaat?
De leerlingen oefenen eerst met het benoemen van de eenheden van een getal met visuele ondersteuning. Daarna voegen ze de tientallen en eenheden samen en geven aan hoeveel dit is en vervolgens moeten ze aangeven waaruit de gevraagde getallen bestaan.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om te weten hoe getallen tot en met 50 in elkaar zitten, zodat je hier goed mee kan rekenen. Als afsluiting laat je de leerlingen een aantal rijtjes met blokjes en losse blokjes naar rechts slepen. Laat ze dan de tientallen en de eenheden tellen en samenvoegen. Laat vervolgens een leerling een getal noemen tussen de 21 en 50. Iedereen tekent in de klas een getallenlijn en springt naar het genoemde getal. Laat de leerlingen de getekende getallenlijn omhoog houden, zodat je kunt zien hoe er gesprongen is. Bespreek de verschillende manieren hoe er naar het getal gesprongen wordt en vraag aan de leerlingen of ze weten wat een handige manier van springen is. Leerlingen moeten aangeven dat ze zo groot mogelijke sprongen moeten maken.
Leerlingen die moeite hebben met met het structureren van getallen, kun je een tip geven om te onthouden wat een tiental en een eenheid is. Leg de nadruk op het woord 'tien' in tiental en 'een' in eenheid. Laat leerlingen eventueel oefenen met MAB-materiaal en laat daarbij de verdeling van een tiental en de eenheden duidelijk zien.
MAB-materiaal.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.