Optellen met kommabedragen t/m 1000 euro

Algemeen

Leerlingen leren optellen tot en met 1000 euro met kommabedragen.

Belang

Het is handig als je kunt optellen met bedragen. Zo weet je hoeveel geld je in totaal moet betalen.

Introductie

Laat de leerlingen de beide bonnen uitrekenen, waarbij ze moeten optellen tot en met 100 met kommabedragen.

Instructie

Leg uit dat je bij het optellen van kommabedragen eerst gaat tellen hoeveel je hebt. In dit geval is dat € 150,15. Vervolgens tel je hoeveel erbij komt. Dat is € 240,55. Laat zien dat je nu de som € 150,15 + € 240,55 kunt maken. Reken de som uit door eerst de honderdtallen bij elkaar op te tellen. Vervolgens tel je de tientallen bij elkaar op. Als laatste tel je de centen op. Tel nu de uitkomsten bij elkaar op voor het antwoord (€ 300 + € 90 + € 0,70 = € 390,70). Laat met behulp van de stappen de volgende som uitrekenen. Daarna laat je de leerlingen twee sommen zelfstandig maken. Leg uit hoe je de som € 248,30+ € 138,90 uitrekent door eerst de euro's en daarna de centen op te tellen. De volgende twee sommen maken de leerlingen zelfstandig. Laat de verhaalsom zien. Leg uit dat je met de bedragen op de bon de som maakt. Vervolgens reken je de som uit. De volgende twee sommen maken de leerlingen weer zelfstandig.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen tot en met 1000 euro met kommabedragen met de volgende vraag:
- Hoe tel jij handig kommabedragen op?

Inoefening

De leerlingen maken eerst een opgave waarbij ze het juiste bedrag naar het vak slepen. In de tweede opgave rekenen ze de kale som uit. De derde som is een verhaalsom met een bon.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen optellen tot en met 1000 euro met kommabedragen. Als afsluiting laat je de leerlingen groepjes maken. Kies een leerling uit die de caissière is. Deze leerling maakt een bon van de winkel met daarop twee kommabedragen. Het groepje dat als eerst het antwoord heeft krijgt de bon. Het groepje met de meeste bonnen wint.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen van geldbedragen tot en met 1000 euro met kommabedragen, kunnen gebruikmaken van een geldbakje met munten en biljetten. Laat hen eerst een geldbedrag neerleggen wat ze al hebben. Vervolgens leggen ze het geld neer wat erbij komt. Laat ze nu het geld bij elkaar optellen. Oefen dit eerst met hele bedragen tot en met 1000 euro.

Instructiemateriaal

Geldbakjes met muntstukken van 1 en 2 euro en biljetten van 5, 10, 20, 50, 100 en 200 euro.