8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door bij een aantal gegeven breuken te bepalen of ze nog vereenvoudigd kunnen worden of niet. Sleep de breuken naar het juiste vak.
Kun je de breuk 23//5 vereenvoudigen?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat wanneer je kunt optellen en aftrekken met breuken, je weet hoeveel taart je in totaal nog over hebt.
Leg uit dat ongelijknamige breuken verschillende noemers hebben. Laat dat zien aan de hand van de voorbeeldsom. Vertel dat je ongelijknamige breuken niet mag optellen of aftrekken. Leg uit dat wanneer je de breuken gelijknamig maakt, je deze wel mag optellen en aftrekken.
Waarom mag je ongelijknamige breuken niet optellen of aftrekken?
Als je bij de voorbeeldsom nog 3//7 moet optellen, wat wordt dan de noemer?
Herhaal dat gelijknamige breuken dezelfde noemer hebben. Oefen met het optellen en aftrekken van gelijknamige breuken.
Leg uit hoe je ongelijknamige breuken optelt en aftrekt. Je zorgt er eerst voor dat de noemers gelijknamig zijn. Je kunt de noemers gelijknamig maken door te zoeken naar een getal waarin de noemers van beide breuken passen, of door de noemers met elkaar te vermenigvuldigen. Vertel dat je de teller en noemer beide met hetzelfde getal moet vermenigvuldigen. Laat zien hoe je de breuken bij elkaar optelt en van elkaar aftrekt nu ze gelijknamig zijn. Wijs leerlingen erop dat ze altijd de helen eruit moeten halen en de breuk zo ver mogelijk moeten vereenvoudigen. Oefen verder met het optellen en aftrekken van ongelijknamige breuken.
Waarom zet je 4//6 vooraan in de som?
Welk deel van de klas heeft een andere kleur haar dan blond of bruin?
Leg ten slotte uit hoe ongelijknamige breuken met elkaar vergeleken worden en dat dit mogelijk is als ze dezelfde noemer hebben. Bekijk samen de 4 breuken en zet ze op volgorde van klein naar groot.
Wat is het verschil tussen de kleinste en de grootste breuk?
Hoe kun je snel zien waar de breuk 4//8 in de volgorde moet zonder deze breuk gelijknamig te maken?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze ongelijknamige breuken moeten optellen door te vragen welke 2 dingen er fout zijn gegaan.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal de begripsvorming over ongelijknamige breuken. Herhaal dat je aan de noemer ziet of breuken gelijknamig of ongelijknamig zijn. Wanneer breuken ongelijknamig zijn, mag je deze niet optellen of aftrekken. Hiervoor moet je ze gelijknamig maken.
Je kunt noemers gelijknamig maken door te zoeken naar een getal waarin de noemers van beide breuken passen, of door de noemers met elkaar te vermenigvuldigen. Je vermenigvuldigt zowel de teller als de noemer met hetzelfde getal. Laat op de breukenstroken zien hoe de breuken eruit zien en hoe ze tot elkaar in verhouding staan. Oefen hier verder mee.
In welk getal verander je de noemer en waarom?
Leg ten slotte uit hoe je ongelijknamige breuken met elkaar kunt vergelijken, namelijk door ze gelijknamig te maken. Oefen met het vergelijken van ongelijknamige breuken.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen je moet zetten om de som te berekenen. Controleer ook of leerlingen de helen eruit halen. Laat leerlingen daarna berekenen hoeveel pizza de jongen in het totaal heeft, door ze de 3 pizza-breuken bij elkaar op te laten tellen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.