8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen de prijslijsten in te laten vullen. Ze lezen af welke breuk past bij de pizza waar het bedrag bijstaat. Vervolgens rekenen ze uit welke bedrag bij de andere stukken pizza past.
Als je weet dat 1//3 pizza 5 euro kost, hoe bereken je dan hoeveel een hele pizza kost?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat er verschillende verhoudingsgetallen worden genoemd, maar deze allemaal hetzelfde betekenen.
Leg uit dat verhoudingsgetallen bestaan uit breuken, kommagetallen, verhoudingen en percentages. De verhoudingsgetallen die staan weergegeven, betekenen allemaal hetzelfde.
Teken de breuk 1//2. Welk percentage hoort daarbij?
Als 1//4 en 1 op de 4 hetzelfde betekenen, welke verhouding hoort dan bij de breuk 3//8 ?
Leg vervolgens uit hoe je de verhoudingsgetallen omzet. Teken eerst een strook passend bij het gegeven verhoudingsgetal. De breuk en de verhouding kun je uit de strook aflezen. Bij percentages deel je 100% door het totaal aantal hokjes. Voor het kommagetal deel je het aantal gekleurde hokjes door het totaal aantal hokjes. Laat de leerlingen oefenen met het omzetten.
Ga vervolgens in op het rekenen met het omzetten van verhoudingsgetallen. Teken een strook waarin het gegeven verhoudingsgetal wordt verdeeld. De strook wordt in het voorbeeld verdeeld in 5 stukken van 1//5. Voor 4//5 heb je 4 stukken nodig. Om het bijbehorende kommagetal te bepalen, deel je de 4 gekleurde blokjes door het totale aantal van 5 blokjes. 4 : 5 = 0,8. Je weet dus dat bij de breuk 4//5 het kommagetal 0,8 hoort. Leg dit ook uit voor het omzetten van percentages en verhoudingen en laat de leerlingen vervolgens hiermee oefenen.
Als je een strook verdeelt in 4 stukken, welk kommagetal hoort dan bij 1 stuk?
Welke breuk past bij 0,03?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze verhoudingsgetallen omzetten door te vragen welke stappen zijn gezet.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Bespreek eerst welke soorten verhoudingsgetallen er zijn. Laat de leerlingen een aantal voorbeelden noemen van de verschillende verhoudingsgetallen. Leg vervolgens uit hoe je een verhoudingsgetal omzet. Eerst maak je een strook bij het gegeven verhoudingsgetal. De breuk en verhouding lees je af uit de strook. Het percentage reken je uit door 100% te delen door het totaal aantal hokjes. Voor het kommagetal deel je het aantal gekleurde hokjes door het totaal aantal hokjes. Laat de leerlingen oefenen met het omzetten.
Ga vervolgens in op het rekenen met het omzetten van verhoudingsgetallen. Je tekent een strook passend bij het gegeven verhoudingsgetal. Voor 75% wordt de strook in 4 stukken verdeeld, waarbij 3 stukken gekleurd zijn. Elk stuk is dan 25%. Vervolgens wordt een strook getekend in dezelfde verhouding. Daardoor wordt de verhouding 3 op de 4 afgelezen. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Hoe groot is 1 stuk in een strook waarin 30% wordt weergegeven? (10%)
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke verhoudingsgetallen ze herkennen in de cirkel. Vervolgens slepen ze de ballen naar het juiste doel. Boven het doel staat een verhouding weergegeven. In elk doel komen 3 ballen: breuk, kommagetal en percentage.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.