8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen vragen te laten beantwoorden over de windroos en de kaart. Laat ze de antwoorden opschrijven en controleer gezamenlijk de uitkomsten.
In welke windrichting ligt de provincie waarin je woont?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je aan de hand van de schaduw kunt bepalen waar het licht vandaan komt.
Leg uit dat schaduw een donker gedeelte op of naast een persoon of object is, dat ontstaat als er met een lamp of de zon op geschenen wordt. Laat zien wat de schaduw van de jongen is.
Als de jongen verder doorloopt, verandert zijn schaduw dan? Waarom wel/niet?
Is een schaduw groter of kleiner dan het object waarop het licht schijnt? (Ligt eraan vanaf waar het licht komt)
Leg uit hoe je weet uit welke richting het licht komt wanneer je alleen de schaduw ziet. Schaduw ontstaat altijd door licht vanaf de andere kant van de windroos. Je ziet dat de kubus een schaduw heeft richting het zuidoosten. De tegengestelde richting van het zuidoosten is het noordwesten. Je weet hierdoor dat het zonlicht uit het noordwesten komt. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Leg vervolgens uit hoe je weet hoe lang een schaduw is door met verhoudingen te meten. In het voorbeeld is de flat 15 meter in het echt. Met de liniaal meet je dat de flat 4 centimeter is en de schaduw 8 centimeter. De schaduw is dus 2 keer langer dan de flat. Hierdoor weet je dat de schaduw in het echt 30 meter is. Laat de leerlingen hiermee oefenen. De lengtes tussen haakjes is de lengte in centimeters van het voorwerp. Gebruik de liniaal om de lengtes schaduwen te meten.
Stel dat het huis 4 centimeter hoog was. Hoeveel centimeter zou de schaduw dan zijn?
Wat is de vergrotingsfactor van de schaduw?
Ga hierna in op wat kijklijnen zijn. Kijklijnen zijn lijnen vanaf een oogpunt langs de rand van een voorwerp. Hierdoor bepaal je wat je wel en niet kunt zien. De jongen ziet de paddenstoel dus wel, maar de kabouter niet. Leg hierna uit hoe je kijklijnen tekent. Je tekent vanaf het punt waar Bram staat een rechte lijn langs de rand van de deur en een rechte lijn langs de linker deurpost. Het gebied wat tussen de 2 lijnen zit is het gebied wat Bram kan zien. Bespreek met de leerlingen wat hij wel en niet kan zien. Laat ze vervolgens oefenen met de kijklijnen.
Kan Max Eline zien?
Stel dat de deur wordt weggehaald, wat ziet Max dan nog steeds niet? (de computertafel)
Controleer of de leerlingen schaduwen en kijklijnen begrijpen door te vragen of ze de uitspraken van Adam kunnen controleren. Door kijklijnen te tekenen ga je na of de uitkomst juist is.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Herhaal dat schaduw ontstaat door licht uit de tegengestelde richting van de windroos. De schaduw richting het zuiden van de kegel is ontstaan door zonlicht uit het noorden. Laat de leerlingen hiermee oefenen. Herhaal vervolgens wat kijklijnen zijn. Een kijklijn is een lijn waarlangs je kijkt. Die lijn bepaalt wat je wel en niet ziet. Laat in de afbeelding zien welk gebied Joris wel en niet kan zien. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Hoe kan Michelle ervoor zorgen dat ze wel alle bankjes ziet? (Naar voren lopen)
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen je zet bij het bepalen van een kijklijn. Laat deze kijklijnen ook tekenen. Vervolgens tekenen de leerlingen in tweetallen schaduwen van een voorwerp naar keuze na vanuit verschillende standpunten. Laat ze de schaduwen met elkaar vergelijken. Bespreek de resultaten klassikaal.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.