8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te vragen welke schaduw bij de afbeelding hoort. Klik op de draaiknop om te zien of dit het juiste antwoord is.
Hoe weet je welke schaduw bij de afbeelding hoort?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je aan de hand van de schaduw kunt bepalen waar het licht vandaan komt en kunt bepalen of het ochtend, middag of avond is.
Leg uit dat schaduw een donker gedeelte op of naast een persoon of object is, dat ontstaat als er met een lamp of de zon op geschenen wordt. Laat zien wat de schaduw van de bal is.
Leg uit of de schaduw verandert als de bal verder rolt.
Wat denk je dat er met de schaduw van de bal gebeurt als er aan de linker- en rechterkant een lantaarnpaal staat?
Leg uit dat de zon opkomt in het oosten, zijn hoogste punt bereikt in het zuiden en onder gaat in het westen. Wanneer de zon opkomt en ondergaat, staat de zon schuin boven de aarde. Dit zorgt ervoor dat er een lange schaduw ontstaat. In de middag is de schaduw juist kort, omdat de zon recht boven de aarde staat. Aan de hand van de schaduw kun je zien of het ochtend, middag of avond is.
Maak vervolgens de zinnen compleet door de juiste woorden te omcirkelen. Vraag welke schaduw bij welke zin hoort en sleep de afbeeldingen naar het juiste vak.
Daarna sleep je de palen naar de juiste letter. Kijk waar het licht vandaan komt en hoe de schaduw van de lantaarnpaal eruitziet.
Geef vervolgens aan dat de schaduw ontstaat in de tegengestelde richting waar het licht vandaan komt. Oefen door de afbeeldingen met schaduw naar verschillende plaatsen bij de windroos te slepen. Sleep de lamp naar de tegenovergestelde richting.
Hoe kom je erachter vanuit welke richting de lichtbron schijnt?
De zon komt op in het oosten en gaat via het zuiden onder in het westen. Leg uit of er een schaduw richting het zuidoosten kan ontstaan.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je de schaduw koppelt door te vragen wat er fout is gegaan. Het is 9 uur ‘s ochtends. De zon komt op in het oosten, waardoor er een schaduw in het westen is. De schaduw gaat richting het noorden.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Benoem dat de positie van de schaduw verandert door de zon. Maak aan de hand van een papier met de windrichtingen en een voorwerp erop visueel waar de zon opkomt en ondergaat en wat er met de schaduwen gebeurt. Gebruik daarvoor een zaklamp. Houd de zaklamp op verschillende posities en vraag waar de schaduw zal zijn als je de zaklamp aanzet. Laat zien wat er gebeurt met de schaduw als je de zaklamp dichterbij of verder weg houdt.
Daarna leg je uit dat schaduw ontstaat door licht uit de tegengestelde richting van de windroos. Oefen hiermee.
Welke kant gaat de schaduw op als het licht uit het zuidwesten komt?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze bepalen waar het licht vandaan komt. Daarna tekenen de leerlingen in tweetallen een schaduw. Vervolgens wisselen ze van groepje en zoeken ze uit vanaf welk standpunt het andere groepje de schaduw heeft getekend. Dit doen ze door een zaklamp van verschillende kanten en hoogtes op het voorwerp te laten schijnen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.