8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen te laten aangeven of de afbeelding meer, minder of ongeveer gelijk is aan het gewicht dat gedraaid is. Draai de draaischijf opnieuw en gebruik de grijze pijl of de husselknop om een nieuwe afbeelding te tonen.
Welke afkortingen horen bij gram en kilogram?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door de inhoud af te lezen erachter komt hoeveel milliliter water in de maatbeker zit en of dit voldoende is voor de kruidcake.
Leg uit dat milliliter, centiliter en deciliter maten zijn om inhoud mee uit te drukken. Om de inhoud te bepalen, gebruik je een maatbeker. Benoem per inhoudsmaat de afkorting en de referentiemaat. Geef aan dat gram en kilogram maten zijn om gewicht mee uit te drukken. Het gewicht bepaal je met een weegschaal. Benoem de afkortingen en referentiematen.
Wanneer gebruik je een maatbeker?
Leg uit of 1 deciliter soep net zoveel is als 1 deciliter crème.
Leg uit dat je een maatbeker afleest door te kijken tot welke streep het water komt. Let daarbij op de verdeling van de strepen. Zo staat bij de eerste maatbeker een kleine streep voor 50 milliliter, bij de tweede voor 10 centiliter en bij de derde voor 1 deciliter. Oefen hiermee. Soms staan er meerdere maten op de maatbeker. Zo is 31 deciliter hetzelfde als 3 liter en 1 deciliter.
Welke stappen zet je om een maatbeker af te lezen?
Hoeveel deciliter is hetzelfde als 4,5 liter?
Vervolgens vullen de leerlingen maatbekers. Gebruik de maatbekers op het digibord of echte maatbekers. Vul de maatbeker door de knop aan de linkerkant omhoog te slepen.
Leg uit dat je een weegschaal afleest door te kijken waar de wijzer staat. Let daarbij op de verdeling van de strepen. Zo staat bij de eerste 2 weegschalen een kleine streep voor 1 kilogram en bij de derde voor 50 gram. Vervolgens oefenen ze hiermee door de weegschalen op het digibord of echte weegschalen te gebruiken.
Welke weegschaal vind je het makkelijkst om af te lezen?
Bedenk voor de verschillende weegschalen situaties wanneer je deze gebruikt.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je de inhoud afleest door te vragen wat er fout is gegaan. De kleine streep is 1 deciliter, niet 10 deciliter.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Leg uit dat je de inhoud uitdrukt in milliliter, centiliter of deciliter. Bij het aflezen kijk je tot welke streep het water komt. Vervolgens vul je voorwerpen met water en laat je de leerlingen dit water overgieten in de maatbeker en aflezen.
Hoe bepaal je wat de kleine strepen betekenen?
Leg uit dat je het gewicht uitdrukt in gram of kilogram. Bij het aflezen kijk je naar de wijzer. Laat de leerlingen hiermee oefenen. Laat ze voorwerpen zoeken en deze wegen.
Leg uit of een personenweegschaal handig is om te gebruiken als je lichte voorwerpen moet wegen.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze de meetinstrumenten aflezen. Daarna vul je samen de maatbekers. Laat de leerlingen in tweetallen overleggen welk oranje getal hoort bij de gevraagde inhoud. Tel deze getallen bij elkaar op en zoek de weegschaal die dit gewicht weergeeft.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.