Groep 5, Blok 4, Week 3, Les 12
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het tellen van bedragen tot en met 100 cent. Laat de leerlingen het geld tellen en de bedragen naar het juiste vak slepen.
Hoeveel euro is 100 cent?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door bedragen te vergelijken weet welk product duurder of goedkoper is.
Instructie
Herhaal dat je bedragen in een bepaalde volgorde bij elkaar optelt. Je begint met de hoogste waarde en eindigt met de laagste waarde. Als eerst tel je de biljetten op, daarna de euromunten en als laatste de centen. Wanneer je het geld bij elkaar hebt opgeteld, kun je gepast betalen. Je betaalt gepast als je precies evenveel geld neerlegt dan dat het voorwerp kost. Je krijgt dan geen geld terug. Je legt eerst de hele euro’s neer en daarna de centen. Je kunt bedragen meestal op verschillende manieren gepast betalen. In het voorbeeld is gepast betaalt met zo min mogelijk biljetten en munten.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het tellen van geld. Sleep het geld op de juiste volgorde om het handiger te kunnen optellen.
Met welk geld begin je bij het optellen van het geld, 20 euro of 2 euro? Waarom?
Leg uit of je liever 5 munten van 2 euro hebt of 1 biljet van 10 euro.
Oefenen daarna met het gepast betalen.
Je herhaalt dat je bedragen kunt vergelijken door te kijken naar het verschil tussen 2 bedragen. Door de bedragen te vergelijken weet je welk product goedkoper of duurder is. Zet de 2 bedragen op een getallenlijn. Het bedrag dat als eerste op de getallenlijn staat, is minder dan het tweede bedrag. Dit product is goedkoper. Het bedrag dat als tweede op de getallenlijn staat, is meer dan het eerste bedrag. Dit product is duurder.
Oefen daarna met het vergelijken van bedragen.
Aan welk getal zie je dat het ene bedrag meer is dan het andere bedrag als je het geld hebt opgeteld? (Je ziet het aan de centen.)
Hoeveel is het verschil tussen het bedrag € 17,65 en € 17,55?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je kunt rekenen met geld door te vragen hoe ze € 26,98 op 3 verschillende manieren gepast betalen.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Je herhaalt dat je bedragen in een bepaalde volgorde bij elkaar optelt. Als eerst tel je de biljetten op, daarna de euromunten en als laatste de centen. Wanneer je het geld bij elkaar hebt opgeteld, kun je de bedragen vergelijken. Zet de 2 bedragen op een getallenlijn. Het bedrag dat als eerste op de getallenlijn staat, is minder dan het tweede bedrag. Het bedrag dat als tweede op de getallenlijn staat, is meer dan het eerste bedrag. Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het tellen van geld en het vergelijken van bedragen. Geef de leerlingen ook munten en biljetten om zelf het geld te tellen. Sleep het geld in het vak op de juiste volgorde en trek een lijn van het vak met het geld naar de juiste plaats op de getallenlijn.
Welk bedrag is het minste waard en welk bedrag het meeste waard?
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze bepalen welk product duurder is. Daarna kiezen de leerlingen een artikel door op de pijltjes te klikken. Laat de leerlingen het geld slepen naar het vak. De leerlingen moeten gepast betalen met zo min mogelijk munten. Controleer vervolgens het bedrag.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.