Groep 3, Blok 7, Week 1, Les 4
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door te bepalen welke getallen er onder Virko staan. Sleep Virko weg om het antwoord te controleren.
Wat zijn de buurgetallen van 51?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je zonder alle kralen te tellen, weet welk getal bij het vraagteken hoort.
Instructie
Leg uit dat er 2 soorten kralenkettingen zijn. Eén waarbij de kralen in groepjes van 5 zijn verdeeld en één waarbij de de kralen zijn verdeeld in groepjes van 10. Wanneer je een getal op de kralenketting herkent, tel je in sprongen van 5 of 10. Je hoeft dan niet alle kralen los te tellen. 
Oefen vervolgens met het herkennen van de getallen bij de witte pijlen. Tel in sprongen van 10. Klik op de kraal om het antwoord te controleren.
Oefen verder met het herkennen van getallen op de kralenketting met de 10-structuur. Bepaal welk getal er op de plek van het kaartje staat. Controleer het antwoord.
Wat is het grootste getal en het kleinste getal op de kralenketting? Welk getal staat precies in het midden?
Kun je op de kralenketting met de 5-structuur ook in sprongen van 10 tellen? Hoeveel groepjes van 5 neem je dan samen?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze een getal op een kralenketting herkennen tot en met 100. Vraag de leerlingen welke stappen ze zetten om het getal bij de witte pijl te bepalen.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Leg uit dat er 2 soorten kralenkettingen zijn. Eén waarbij de kralen in groepjes van 5 zijn verdeeld en één waarbij de kralen zijn verdeeld in groepjes van 10. Tel samen met de leerlingen het totale aantal kralen in sprongen van 10. Gebruik hierbij eventueel een echte kralenketting waarbij je de kralen verschuift als ze geteld zijn. Leg uit dat als het getal midden in een groepje met witte of rode kralen zit, je de losse kralen telt vanaf het groepje rode of witte kralen daarvoor. Geef een voorbeeld met het getal 44 op de kralenketting met sprongen van 10. 
Oefen vervolgens het herkennen van getallen op de kralenkettingen met sprongen van 5 of van 10.
Hoe tel je het getal 69 op de kralenketting met groepjes van 10 handig op?
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door ze de zinnen te laten afmaken. Vraag de leerlingen welk woord er op de plek van de puntjes moet komen te staan. Vervolgens sleep je de getallen in het blauwe vak van de juiste kralenketting.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.