8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door met de leerlingen een kort gesprek te voeren over de klok. Stel de vragen op het digibord.
Wanneer gebruiken we op school de klok?
Benoem het lesdoel en het het belang van de les en leg uit dat klokkijken handig is, zodat je weet hoe laat het op dit moment is.
Leg uit wat een analoge klok is. Vraag waar de leerlingen vaker een analoge klok hebben gezien. Leg uit dat een analoge klok een grote wijzer en een kleine wijzer heeft. Wijs deze ook aan. Bespreek wat de leerlingen nog meer zien op de klok en op welke cijfers de wijzers nu staan.
Sleep vervolgens samen de cijfers van de klok op de juiste plek.
Welk cijfer staat altijd bovenaan op de klok? En welk cijfer onderaan?
Als je de getallen ziet, welke kant zullen de wijzers op de klok opdraaien?
Vervolgens leg je uit hoe je uren kunt aflezen op de analoge klok.
Laat met behulp van de + en - zien hoe de grote wijzer en kleine wijzer van de klok ronddraaien in een uur. Benadruk de functie van de grote wijzer (wijst hele uren als hij naar de 12 wijst) en de functie van de kleine wijzer (wijst naar het getal van het uur).
Oefen het aflezen van de klok met hele uren door te bepalen hoe laat het is, klokken op volgorde van vroeg naar laat te zetten en door te bepalen welke klok bij het verhaal past.
Wat wijst de kleine wijzer aan bij een heel uur?
Hoe laat is het denk je als de grote wijzer op de 6 staat? Waarom?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze hele uren aflezen op de analoge klok, door ze te laten verwoorden wat er mis gaat. De grote wijzer moet op de 12 staan als het een heel uur is. De kleine wijzer geeft aan over welk uur het gaat.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Bespreek de losse onderdelen van de analoge klok. Benoem de functies van de grote wijzer, kleine wijzer en de getallen. Benadruk dat de grote wijzer bij hele uren altijd op de 12 staat. De kleine wijzer wijst naar het getal over welk uur het gaat, in het voorbeeld naar de 1. Het is dus 1 uur. Verwijs ook naar de klok in de klas of een andere zichtbare analoge klok. Benoem vaste tijdstippen met hele uren die herkenbaar zijn voor de leerlingen, bijvoorbeeld om 12 uur gaan we lunchen. Laat de leerlingen vervolgens om 12 uur naar de klok kijken.
Oefen met het aflezen van de hele uren.
Waaraan kun je zien dat de klok een heel uur aanwijst?
Je controleert of de leerlingen begrijpen hoe je hele uren afleest op een analoge klok door ze te laten uitleggen waar de grote wijzer en de kleine wijzer staan als het 7 uur is. Daarna zet je de klok op de juiste tijd naar aanleiding van de zinnen aan de linkerkant. Je verzet de klok door op de + te klikken. Maak gebruik van instructieklokken zodat alle leerlingen oefenen met het zetten van de hele uren op de analoge klok.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.