Gepast betalen van hele bedragen t/m 20 euro

Algemeen

Leerlingen kunnen hele geldbedragen met munten en biljetten tot en met 20 euro gepast betalen.

Belang

Het is belangrijk dat je hele geldbedragen tot en met 20 euro gepast kunt betalen, zodat je weet welke munten en welk biljetten je nodig hebt als je iets gaat kopen.

Introductie

De leerlingen proberen de getallenrij binnen de tijd af te maken. De leerlingen kunnen de rij op een wisbordje of blaadje schrijven of je kiest telkens een leerling uit die een rij mag maken.

Instructie

Bespreek met de leerlingen het belang van het gepast kunnen betalen van hele geldbedragen met munten en biljetten tot en met 20 euro. Tijdens deze les kunt je de leerlingen bakjes met munten en biljetten geven, zodat ze zelf de bedragen op hun tafel kunnen leggen. Laat zien hoe je 17 euro gepast kunt betalen. Vervolgens oefen je met de leerlingen een aantal bedragen die gepast betaald moeten worden. Leg daarna uit dat je bij gepast betalen met zo min mogelijk geldstukken eerst de grootste munt of het biljet kiest die het dichtste bij het bedrag komt. Vervolgens kijk je welke munt of biljet het grootste is die je kunt pakken. Bij 11 euro vertel je dat
een briefje van 20 euro al teveel is, dus een briefje van 10 euro is het grootst. Daarna leg je er nog 1 munt van 1 euro bij. Tel hardop de munten bij elkaar op. De volgende oefeningen kun je samen met de leerlingen maken.

Om te controleren of leerlingen hele bedragen tot en met 20 euro gepast kunnen betalen, kun je de volgende vraag stellen:
Hoe weet je welke munten of biljet je moet kiezen om een bedrag samen te stellen?

Inoefening

De leerlingen oefenen met het gepast betalen van hele bedragen tot 20 euro. Eerst oefenen ze met een rond bedrag daarna met willekeurige bedragen.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om hele geldbedragen tot en met 20 euro gepast te kunnen betalen, omdat je zo weet welke munten of biljet je nodig hebt als je iets gaat kopen. Als afsluiting krijgen de leerlingen een aantal stellingen. De leerlingen overleggen wie van de twee kinderen gepast betaald met zo min mogelijk munten en biljet. Door op het vak te drukken kun je het antwoord controleren.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het gepast betalen van hele bedragen tot 20 euro eerst oefenen met het optellen tot en met 20. Als dat lukt kun je ze met muntjes ronde bedragen laten leggen. Laat deze leerlingen de munten op tafel leggen om het visueel te maken.

Instructiemateriaal

Bakjes met munten (1 euro en 2 euro) en biljet (5 euro, 10 euro en 20 euro)