Delen van een kommagetal door 10, 100 of 1000

Algemeen

De leerlingen leren het delen door 10, 100 en 1000 met kommagetallen.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt delen door 10, 100 en 1000 met kommagetallen, omdat je bijvoorbeeld handig kunt uitreken hoeveel iets per stuk kost.

Introductie

De leerlingen schrijven de kommagetallen op de juiste plek in de tabel.

Instructie

Laat zien wat er met de komma gebeurt als je gaat delen door 10. De komma verschuift dan 1 plek naar links. Dus 88 : 10 wordt dan 8,8. Staat er nog geen komma in de som, bijvoorbeeld bij 4 : 10. Dan komt er een komma en een nul voor. Ga je delen door 100 met kommagetallen, dan verschuift de komma twee plekken naar links. Zo wordt 567 : 100 = 5,67. Mocht er nog geen komma in de som staan, bijvoorbeeld bij 23 : 100, dan komt er een komma en nul voor en bij elke extra stap komt er een 0 achter de komma bij. Ga je delen door 1000, dan verschuift de komma drie plekken naar links. Zo wordt 5900 : 1000 = 5,9. Oefen samen met de leerlingen de drie sommen en laat ze de volgende drie sommen zelfstandig maken. Bespreek de stappen van een verhaalsom, laat de andere twee sommen door de leerlingen zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen kommagetallen kunnen delen door 10, 100 en 1000, door de volgende vraag te stellen:
- Wat gebeurt er met de plek van de komma als je deelt door 100?

Inoefening

Eerst maken de leerlingen een deelsom waarbij ze delen door 10. De volgende opgave delen ze door 100 en de derde opgave delen ze door 1000.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen delen van kommagetallen door 10, 100 en 1000. Als afsluiting laat je de leerlingen de monsters naar de juiste som slepen. Het eerste monster staat voor delen door 10. Het tweede monster voor delen door 100 en het derde monster voor delen door 1000.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben het delen van kommagetallen door 10, 100 en 1000, eerst oefenen met het structureren van kommagetallen. Vervolgens oefen je het delen door 10 en laat je zien wat er met de komma gebeurt.